Tijdens een rondleiding in het keramiekmuseum Princessehof sprak keramiste Nirdosh Petra van Heesbeen over het gevoel dat klei in haar teweeg brengt.
“Ik durf haast niet te kijken als iemand voor het eerst klei aanraakt, zo’n intiem moment is het” (Nirdosh Petra van Heesbeen)
Dat vond ik heel herkenbaar. De band tussen keramist en klei is speciaal, bijna sensueel. Ik raak de klei (aan) en de klei raakt mij. Het uitkiezen van een klei-massa is een belangrijk onderdeel van mijn keramische proces. Net als in een relatie, ga je niet over één nacht ijs.
Soorten klei
Klei komt voor in alle soorten en maten. Er zijn veel indelingen om de verschillen te onderscheiden. Hieronder een opsomming vanuit een aantal invalshoeken (en dan ben ik er vast nog een paar vergeten):
Geologisch:
- Primaire klei (zuivere klei op de plek waar deze is ontstaan)
- Secundaire klei (onzuivere klei – met name ijzer- meegevoerd en afgezet op o.a. rivierbeddingen)
Mineralogisch:
Stooktemperatuur:
- Aardewerk (vanaf ca. 1000 tot 1150 oC)
- Steengoed (vanaf ca. 1200 tot 1280 oC)
- Porcelein (vanaf ca. 1200 tot 1320 oC)
- Vuurklei (vanaf ca. 1500 tot 1775 oC)
Bakkleur:
- Rood/terra bakkend
- Wit/beige bakkend
- Donker/zwart bakkend
- Andere kleuren…
Verwerking:
- Gietklei
- Draai-klei
- Boetseerklei
- Klei poeder
Samenstelling:
- Gladde klei (geen chamotte, t.b.v. draaien)
- Chamotte klei fijn (ca. 20-40% 0-0,5 mm chamotte, t.b.v. draaien en boetseren)
- Chamotte klei grof (ca 20-60% 0,5-2,0 mm chamotte, tbv boetseren en grote werken)

Karakter van klei
Natuurlijk kijk ik naar praktische zaken bij mijn klei-keuze voor een bepaald project of werkstuk. Zoals de temperatuur waarop ik wil stoken, de kleur, het krimppercentage, de prijs en de leverancier.
Maar dat is niet het enige waarop ik let. De definitieve keuze maak ik pas als ik er mee gedraaid heb. Met mijn handen aan de klei, krijg ik pas een beeld van het karakter.
Karaktereigenschappen:
- Plastisch
- Dorstig
- Robuust
- Hoe is het geheugen
Tijdens het draaien merk ik of de klei plastisch is; zich makkelijk laat vormen. Ik kijk ook of ik met veel of weinig water moet draaien. Ook is het belangrijk dat de klei robuust genoeg is om z’n vorm te behouden, ook als het groot is.
En tenslotte kijk ik of de klei zich na het draaien “goed houdt”, bijvoorbeeld dat het niet krom trekt of scheurt tijdens het drogen en stoken (klei “onthoudt” in mindere of meerdere mate hoe het is behandeld tijdens het vormen).
Iedere klei is uniek
Het temperament van de klei is niet gelijk te doorgronden; is het een klei met vurige passie of één van de koude grond? Pas na een langdurige samenwerking begin je elkaar (een beetje) te leren kennen.
Klei is een uniek natuurlijk materiaal dat mede het karakter van de keramiek die er mee wordt gemaakt bepaalt. De juiste keuze is voor mij daarom zeer belangrijk, maar is dat niet zo voor elke (langdurige) relatie die je aangaat?
