Raerense pottenbakkers uit de 16e eeuw waarschuwen ons al voor de razende boeren tijdens hun dans. Laat ze uitrazen, laat ze dansen. Ook al is het een dans op de vulkaan…
“Stop! Geen hout meer, het wit-vuur is bereikt. Schep het zout in de oven.”
Mannen met hun gelaat bedekt in vuile lompen, met blaren op hun handen trotseren de bijtende chloordampen die als een witte wolk om de oven hangt. Met betraande ogen scheppen zij kilo’s zout in de oven. Eindelijk geeft de ovenmeester het sein: zij kunnen de oven gaan sluiten.
Vijf dagen en nachten hebben zij een oven gestookt met meer dan 2.000 potten. Het werk van vele maanden werk staat op het spel. Als deze oven mislukt is al het zwoegen voor niets geweest.
Om maar te zwijgen over de gevolgen voor de pottenbakkerij en de gezinnen die ervan afhankelijk zijn. Kan de schuld deze maand nog worden betaald of wordt er beslag op gelegd door de vrijheer?
Olieverfschilderij van André Blank: Raeren en de belangrijkste export gebieden (Pottenbakkerijmuseum Raeren)
Hoe heeft een klein dorp aan de Nederrijn zich ontwikkeld tot één van de grootste producenten van Europees steengoed in de 16e eeuw? Daarvoor moeten wij terug naar de Romeinse tijd…