Als ik op een expositie of keramiekmarkt sta is er altijd iemand die vraagt of mijn gedraaide keramiek beelden een deksel of andere opening hebben, zodat er “iets” in kan. Ik vertel dan dat dat ik mijn werk traditioneel draai op de draaischijf, geïnspireerd op klassieke vaas- en flesvormen, maar in plaats van een opening na de hals (de lip), draai ik het volledig dicht. Ik ben op zoek naar de vorm, de functie is alleen nog esthetisch, aan een kunstschilder vraag je toch ook niet of het schilderij als dienblad kan worden gebruikt ……
Vragen naar de functie van keramiek, zeker als deze traditioneel gedraaid is, is echter een voor de hand liggende vraag. Keramiek en functie gaan zelfs in de 21ste eeuw nog altijd hand in hand. Van bakstenen tot badkamertegels van wc-pot tot espresso kop, wij leven, wonen en werken met functioneel keramiek. Het is voor mij nooit een bewuste beslissing geweest mijn “potten” geen functie meer te geven, het is zo gegroeid. Moet ik mijn werk weer een functie geven?
Wat is de functie van een “pot”?
Robin Hopper geeft een mooie driedeling in z’n boek “functional pottery” (1986), gecombineerd met de drie archetypen keramiekvormen van Philip Rawson’s (Ceramics, 1971), kom ik op onderstaand rijtje:
- Eten – schaal vorm
- Drinken – cilindrische vorm
- Opslaan – eivormig

Dit is een klassiek voorbeeld van vorm volgt functie. De keramist balanceert tussen de vorm en functie dat aansluit bij het materiaal (klei) tot een esthetisch en bruikbaar object.
Vorm
Potten met een functie (functionele keramiek of “pots of purpose” zoals Robin Hopper ze noemt) hebben een abstract vorm, de vorm dicteert immers de functie. Maar in de functionele vorm herkennen mensen toch weer figuren. Kermisten spreken over de “voet” van een pot, de “buik” van een kan, de “hals” van een vaas en de “lip” van een beker. Hoewel de functie de vorm “beperkt”, zit daar ook de spanning; de spanning van het ontdekken van de figuratieve vorm.
Functie complimenteert vorm
Over de vorm en design (al dan niet voor keramiek) zijn vele boeken geschreven en er zullen er nog vele volgen. Het vinden van de juiste verhoudingen, balans (of onbalans) en het ritme van keramische vormen is niet aan wiskundige wetten onderhevig, maar aan gevoel en emoties. De functie stimuleert de creativiteit van maker en toeschouwer de vorm te (her)ontdekken. Het is de kunst van de keramist de harmonie tussen functie en vorm te vinden.En wat het voor mijn gedraaide beelden betekent: functie of alleen de verwijzing naar functie? Het valt voor mij niet te beredeneren, ik laat het bepalen door mijn gevoel als ik aan het draaien ben op de draaischijf…