Raerens Steengoed Keramiek - Pottenbakkerijmuseum Raren

De opkomst en ondergang van Raerens Steengoed

Productie Raerens Steengoed, circa 1550:

“Stop! Geen hout meer, het wit-vuur is bereikt. Schep het zout in de oven.”

Mannen met hun gelaat bedekt in vuile lompen, met blaren op hun handen trotseren de bijtende chloordampen die als een witte wolk om de oven hangt. Met betraande ogen scheppen zij kilo’s zout in de oven. Eindelijk geeft de ovenmeester het sein: zij kunnen de oven gaan sluiten.

Vijf dagen en nachten hebben zij een oven gestookt met meer dan 2.000 potten. Het werk van vele maanden werk staat op het spel. Als deze oven mislukt is al het zwoegen voor niets geweest.

Om maar te zwijgen over de gevolgen voor de pottenbakkerij en de gezinnen die ervan afhankelijk zijn. Kan de schuld deze maand nog worden betaald of wordt er beslag op gelegd door de vrijheer?

Olieverfschilderij van André Blank: Raeren en de belangrijkste export gebieden (Pottenbakkerijmuseum Raeren)
Olieverfschilderij van André Blank: Raeren en de belangrijkste export gebieden (Pottenbakkerijmuseum Raeren)

Hoe heeft een klein dorp aan de Nederrijn zich ontwikkeld tot één van de grootste producenten van Europees steengoed in de 16e eeuw? Daarvoor moeten wij terug naar de Romeinse tijd…

1200-1400: Proto steengoed

De omgeving van het Nederrrijngebied is al vanaf de Romeinse tijd een keramisch centrum. Rond Keulen, Trier en Heerlen wordt hoogwaardig aardewerk vervaardigd. Maar na het ineenstorten van het Romeinse Rijk in 410 gaan ook deze centra’s ten onder. Ondanks de honderden jaren van chaos die volgen op het Europese continent, weten de pottenbakkers in dit gebied echter bijna alle keramiekkennis vast te houden.

Als de rust weerkeert zo’n 400 jaar later (ca. 800) ontstaan er nieuwe keramiek centra’s in dezelfde omgeving. Met name rond Pingsdorf en Brunsum/Schinveld (Limburg). Maar deze pottenbakkers produceren aanvankelijk niet meer op de pottenbakkersschijf, zoals in de Romeinse tijd. Deze kennis is dan verloren. Zij stoken aanvankelijk handgevormd aardewerk gebruiksgoed, maar beginnen vanaf ca. 1200 te experimenteren met hogere stooktemperaturen.

Dit hooggestookte aardwerk is sterker en minder waterdoorlatend, maar geeft ook meer misbaksels. Aan het einde van de 13e eeuw is de keramiek inmiddels zo hooggestookt en sterk dat we tegenwoordig over “proto-steengoed” praten. Het wachten is op de ontwikkeling van echt steengoed…

1400: “Rheinisch Steinzeug” het eerste Europese steengoed

Ook in andere delen van het Nederrijngebied zoals Keulen, Langerwehe, Siegburg, Mayen, Westerwald en Frechen komt de keramiek productie en daarmee de handel weer op gang. Vanaf ca. 1200 wordt ook hooggestookt aardewerk gemaakt in het gebied rond Raeren (in het huidige België, vlak bij Aken in Duitsland). Hier worden met name potten, bekers en kannen inmiddels weer gemaakt op de draaischijf.

Reconstructie pottenbakkersschijf (Pottenbakkerijmuseum Raeren)
Reconstructie pottenbakkersschijf (Pottenbakkerijmuseum Raeren)

Vanaf ca. 1400 wordt de keramiek zo hoog gestookt (boven de 1250 oC) dat er inmiddels sprake is van “echt” steengoed. De scherf is dichtgesinterd, niet poreus, veel sterker als aardewerk met een hoge klank als je het aan “pingt”.

Dit is het begin van het “Rheinisch Steinzeug” of het Rijnse Steengoed in het Nederlands. Er is veel discussie onder archeologen waar het eerste Europese Steengoed is ontdekt; Frechen, Hohr-Grenzhausen, Siegburg of toch …. Raeren.

1400-1530: De opkomst van Raerens steengoed

Hoe het ook zij, in Raeren wordt al vanaf ca. 1200 keramiek gemaakt en vanaf 1400 steengoed, net zoals in andere keramiekcentra’s in de directe omgeving.

Aanvankelijk was de voet van de kannen gewelfd. De draaiers snijden het werk namelijk nog niet los van de draaischijf met een draad. In plaats daarvan trekken zij de pot er met de handen vanaf, met vervorming van de voet ten gevolge. Om de voet toch weer stabiel en netjes te maken werd met de duim golven in de voet gedrukt. Een praktische oplossing en tevens een mooie decoratie.

Raerens Steengoed Keramiek, pottenbakkerijmuseum Raeren
Raerens steengoed keramiek (pottenbakkerijmuseum Raren)
Raerens steengoed keramiek (pottenbakkerijmuseum Raren)
Raerens steengoed keramiek (pottenbakkerijmuseum Raren)
Raerens steengoed keramiek (pottenbakkerijmuseum Raeren)

De onderlinge concurrente in de regio is groot, waardoor zij steeds weer opzoek gaan naar nieuwe technieken. De nieuwe generaties pottenbakkers verbeteren vorm en kleur in de smaak van de tijd.

Vanaf ca. 1550 wordt een nieuwe afwerking populair: het zoutglazuur. Op temperaturen boven de 1250 oC blijkt (keuken-)zout te verdampen en neer te slaan op de potten in de withete oven.

Dit zout geeft een glanzende, makkelijk schoon te maken, sterke en zuurbestendige afwerking. Zeker in vergelijking tot het loodhoudende aardewerk glazuur, dat juist kwetsbaar was voor (melk-) zuur. Daarnaast nam het geur en smaak aan van alles waarmee het in contact kwam. Logisch dat het moderne zout geglazuurde steengoed populair was, ondanks de hogere prijs.

1530-1625: De bloei van Raerens Steengoed

Vanaf ca. 1500 wordt de productie van Raerens Steengoed steeds belangrijker in de regio. In de bloeitijd, vanaf ca. 1530 is de productie gegroeid naar meer dan 600.000 werken per jaar uit zo’n 50 ovens. De beste stukken zijn voor de export en worden verhandeld over de hele wereld. Door de Nederlandse VOC worden Raerense potten en kruiken naar Afrika, Azië, Amerika en Australië verscheept.

Raerens steengoed keramiek (pottenbakkerijmuseum Raren)
Raerens steengoed keramiek (pottenbakkerijmuseum Raren)
Raerens steengoed keramiek (pottenbakkerijmuseum Raren)
Raerens steengoed keramiek (pottenbakkerijmuseum Raren)
Raerens steengoed keramiek (pottenbakkerijmuseum Raeren)

In de loop van 1400 decoreren de Raerense pottenbakkers hun werk met gezichten en doedelzak blazers. Het bebaarde gezicht op ronde flessen; de zogeheten baardmankruiken (in Engeland “Bellarmines” genoemd) , worden populair vanaf ca. 1500. Onder invloed van de Renaissance zo’n 60 jaar later worden de decoraties steeds uitgebreider.

Het Raeren’s gebruiksgoed ontwikkelt zich steeds meer tot sierkeramiek. Nieuwe ambachtslieden worden hier voor aangetrokken, de “Formenstechers”. Deze graveurs snijden een reliëf in negatief uit zachte steen, laag gestookt biscuit of gips. De pottenbakkers gebruiken deze negatieven om een positief te maken in klei. Deze positieve kleiafdruk bevestigen zij vervolgens op de kruik of pot.

Reliëf negatief van "der Bauerntantz" (pottenbakkerijmuseum Raren)
Reliëf negatief van “der Bauerntantz” (pottenbakkerijmuseum Raeren)

De graveurs maakten hele scènes ondersteund met geschreven spreuken. Zij lieten zich inspireren door motieven uit de bijbel en de Griekse oudheid. Maar zij sneden ook reliëfs naar het “gewone leven”. Bijvoorbeeld de dansende boeren; “der Bauerntänze” is populair.

1625-1800: De ondergang van Raerens Steengoed

Helaas, niets is blijvend in het leven. De concurrente blijft spreekwoordelijk moordend, zoals het naastgelegen Westerwald, dat zich ontwikkelt tot het “Kannenbäckerland”.

Maar er komen ook echte moordenaars langs tijdens de 30 jarige oorlog (1618–1648). In 1625 richten soldaten de wapens op de bevolking van Raeren. Eén van de overlevende pottenbakkers maakt een medaillon ter nagedachtenis: een kanon gericht op de Raerense potten…

"Schnelle" met herdenkingsmedaillon, Pottenbakkerijmuseum raeren
“Schnelle” met herdenkingsmedallion (pottenbakkerijmuseum Raeren)

Maar ook na deze rampzalige oorlog, was het dorp niet veilig. Plunderende huurlingtroepen van de Franse zonnekoning Lodewijk XIV verwoesten het dorp rond 1670.

In 1693 bleek dat minder dan de helft van de woningen nog overeind stond. De 39 overgebleven pottenbakkersfamilies hielden zich in leven door het kopiëren van het meer eenvoudige Westerwald keramiek.

Na een korte opleving, wordt aan het einde van de 18e eeuw het gebied opnieuw geteisterd door oorlog. Dit keer tussen de Fransen en de Habsburgers. De Franse overwinnaars (1794) ontzegden de Raerense pottenbakkers vervolgens de vrije kleiwinning, een verbod op de invoer van zout en het gebruik van het hout uit het bos.

Het einde of een nieuw begin?

Dit is de doodsklap voor de Raerens steengoed pottenbakkers. In 1850 stookt de laatste pottenbakker, de laatste oven in Raeren.

Dit was het trieste einde van het steengoed keramiek uit Raeren. Oorlogen maken alleen maar slachtoffers, zo ook in Raeren.

Maar hun erfgoed is bewaard gebleven in musea over de hele wereld. Zoals het Rijksmuseum in Amsterdam, het Louvre in Parijs, het Metropolitan Museum of Art in New York en …in Raeren zelf.

Maar dat is voer voor een volgend blog!

Raerens steengoed keramiek (pottenbakkerijmuseum Raeren)

Meer lezen:


Ik zie je ook graag op Social Media

Wat leuk dat je mijn blog leest.

Wist je dat ik ook actief ben op diverse Social Media platforms?

Kom mij daar ook ‘ns opzoeken!

About Post Author

2 gedachten over “De opkomst en ondergang van Raerens Steengoed”

  1. Wat een fijn artikel om te lezen. Jij weet het zo enthousiast te vertellen, zo wordt geschiedenis weer leuk.
    En wat hebben wij het tegenwoordig toch een stuk makkelijker met onze elektrische draaischijven en dito ovens. Hooguit af en toe eens wat blaartjes, of open handen, van het draaien met grof gechamotteerde klei……duhhh.
    Bedankt Daniël!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.